Kwam ooit van buiten en kent nu iedereen!
Elly: “Ik ken zo’n beetje de hele wijk. Ik ben in 1978 hier komen wonen. Ik werkte voor mijn vader in Den Haag, maar ik kom uit Wassenaar. Ik kwam van die kant aanrijden [ze wijst de straat uit] en mijn moeder schrok zich een aap,. Ze zei, hier kan je niet wonen. Op de spierwitte muur van het eerste huis in deze straat stond een groot pikzwart doodshoofd geschilderd en een groot hakenkruis. Het zei mij niks. O dacht ik, laten we naar het huisje gaan kijken. Ik vond dat belangrijker. Ik had het huisje uitgekozen omdat ik een plek dicht bij het strand zocht. Een plek waar ik mijn honden makkelijk kon uitlaten.
Nadat mijn vader overleed heb ik gewerkt bij het oude Haga Leyenburg Ziekenhuis. Administratief werk, voor de directie. Ik weet nog, toen kwam ik daar en ik zei: luister, ik heb honden kan ik tussen de middag naar huis om ze uit te laten? Nou mevrouw, was het antwoord, dit is een ziekenhuis en het is vierentwintig uur open dus als u uw acht uur maar haalt dan is dat prima. Dus dat was perfect.”
“In het begin stonden er auto’s pal voor de deur. Ik moest dan over de neus van de auto uit mijn huis kruipen. Toen zei ik tegen de Gemeente, dit kan niet. Nee mevrouw, was het antwoord, dit wordt allemaal in oude stijl terug gebracht. En het is veranderd. De lantarens kwamen weer terug, al die steentjes zijn neergelegd. En je kon kiezen of je een geveltuintje wilde. Ik wilde dat. De gemeente heeft toen grond gestort en drie plantjes kregen we…”
Ze staat in een opvallend groen hoekje natuur van de toch al groene Zeilstraat. Een soort tuintje. Hekje, banken, glijbaan voor de kleuters. Een krasse oude dame van dik in de tachtig. Met haar hond.
“Ik heb er niets over te zeggen. Het is van de Gemeente. Er stond eerst een huisje, maar dat hebben ze weggehaald. Toen was het dus een open stuk. Zij [ze wijst naar het huis van de overbuurvrouw] heeft het gered. Vandaar ook dat die bankjes er staan. Mevrouw Van der Toren kweekte kanaries, daar won ze heel veel prijzen mee, zat dan hier al die nesten uit te vlooien. Het was een schat van een mens. De deur stond altijd open en iedereen kon zo naar binnen. Daarna ging ze het beplanten. En wat later kwam er een hekje, en de glijbaan. En er kwamen kinderen spelen, telkens een nieuwe generatie. Toen zij er niet meer was heb ik het onderhoud zo’n beetje automatisch overgenomen. Ik hou daar ook van. Al dat groen.”
De overbuurman: “Ik wil zeggen dat Elly degene is die hart heeft voor alle mensen hier in de straat. En die ook van heel veel mensen alles weet en heel behulpzaam is met alles waar de mensen hier mee zitten.”

***********
Dit verhaal is onderdeel van de reeks ‘Scheveningen verbindt’. Een serie portretten van bewoners en bezoekers aan Scheveningen. Jaap Spiering maakte de portretten en de foto’s. Over een periode van enkele zomerse weken sprak hij willekeurige personen aan op Scheveningen-dorp.